|
||||||||
|
U las het hier misschien al eerder, bij onze recensies over “Shadowland” of “The High Cost of Living Strange”: we hebben een nogal groot ontwikkelde boon voor de liedjes van Ben DeLa Cour, een man van ongeveer twaalf stielen en dertien ongelukken, maar wel eentje die er uit geleerd heeft. De La Cour reed een zachtjes uitgedrukt- nogal hobbelig parcours via verslavingen en ontwenningskuren, over de onvermijdelijke afwisseling van euforie en lethargie of agressiviteit en als ik ‘m goed lees, verheerlijkt hij vandaag de anhedonie. Dat klinkt mooier dan het is: anhedonie is het onvermogen ergens plezier in te hebben -of dat nu seks is, of een leuk eindje joggen, of een lekkere maaltijd. Het is, volgens mensen die daarin doorgeleerd hebben, vaak de voorbode van burn out of depressie, maar hier, op de nieuwe plaat van DexLa Cour -de vijfde, denk ik- is het de titel waaronder hij tien nieuwe liedjes op de wereld loslaat en die, zoals j bij hem kunt verwachten, een flink autobiografisch gehalte hebben. Daarvoor deed hij een beroep op de productionele capaciteiten van Jim White, die je min of meer in dezelfde klasse kunt onderbrengen: ook hij heeft zijn songs het liefst met een donkergrijs randje en, naar ik verneem, beschouwt Ben de “Wrong Eyed Jesus”-plaat van Jim White als een soort levenslijn, die hem over de zwartste periode van zijn leven heen hielp: Ben slaagde er slechts moeizaam in zijn leven op de rails en in de juiste richting te krijgen en wat hij daaruit overhield, is het vermogen om zich in andermans problemen in te leven. Als dàt dan optelt bij ’s mans talent als songschrijver, dan heb je meteen het recept voor een mooie, krachtige, scherp geformuleerde plaat. Die wordt nog meer ingekleurd door de inbreng van een hele rist gastmuzikanten en -vocalisten. Ik som er enkele op: drummer Marlon Patton is er, net als JoJo Glidewell van Modern Skirts, Curtis -zoon van James- McMurtry, leende banjoklanken en “onze “Geert Hellings en Nicolas Rombouts werden door Jim White ook tijdelijk uitgeleend. Aan de vocale kant heb je de geweldige Elizabeth Cook, op “Shine on the Highway”, rijzende ster Emily Scott Robinson verfraait de titelsong erg vaardig en Becky Warren duetteert heerlijk op “Numbers Game”, een co-write van Ben en de nog altijd onderschatte Lynne Hanson. “Suicide of Town” werd dan weer mee geschreven door Last Bandolero Jerry Fuentes. Zowat al de rest was in handen van de tandem White/de La Cour, al wil ik toch nog een apart woordje kwijt over de ook al van Jim White bekende Josh Klein en zijn trompet, die het herfstige “Maricopa County” en het onheilspellend aanzwellende en naar Leonard Cohen neigende “Shine on the Highway” meer dan een beetje optilt. Wat mij betreft is dit alweer een bijzonder fijne plaat van een kerel, die maar dringend eens de grote plas moet oversteken. Ik had eigenlijk een beetje gehoopt dat hij dat dezer dagen zou doen, nu Jim White in het land is voor een zevental concerten, maar dat zal voor een volgende keer zijn… (Dani Heyvaert)
|